Deze opkomst gaan we het volgende doen:

Beginspel: Belgische leeuwen

Hetzelfde als Hollandse leeuwen, maar dan moet iedereen achteruitlopen.

Uitleg:
Twee lijnen met een afstand van ongeveer 30m ertussen.

Kinderen gaan achter 1 lijn staan.
Eén of twee kinderen gaan in het midden staan, de 'tikkers'.
Als zij "Belgische leeuwen" roepen moeten de andere kinderen van de ene lijn naar de andere lijn rennen. Ze moeten wel achteruit lopen.

De tikkers proberen dan iemand op te tillen.
Als je opgetild bent moet je de tikkers helpen.
De tikkers moeten ook achteruit lopen.

Let op, kan er soms wat ruig aan toe gaan.

Opkomst: Verhaal van zin maken

(Toneel)

Pak een A4tje en schrijf daar twee zinnen op. De zinnen hoeven niets met elkaar te maken hebben.
Laat nu de kinderen een toneelstukje/verhaaltje verzinnen nav de zinnen.
De zinnen moeten letterlijk gezegd worden in het toneelstukje.
Laat de kinderen hun fantasie gebruiken om tot een leuk verhaaltje te komen. Je verbaast je erover wat ze allemaal verzinnen.
Wil het niet zo goed lukken met je groepje, probeer dan een paar voorbeelden te geven van situaties, mensen, dingen waarbij de zin zou voorkomen.

Voorbeelden van zinnen:

• "Wat is dat voor een beest Mama?" zei Jantje Doedel


• Zou je dat echt wel doen?


• "Breng jij de vuilniszak even naar buiten lieve Roos?" zei Harry


• Niet zo ver gooien!


• "Hallo oma!" zei gekke Henkie


• Dat is niet zo gek, de batterijen zijn leeg!


• "Kom jij hier niet vaker?" zei rappe Ruud


• Laat die ladder los!

En zo kun je zelf nog veel meer zinnen verzinnen.